zondag 21 augustus 2022

Verjaardagsfeest van een negentig jarige


Onze zwager werd gisteren 90 jaar.
Een man met 47 pensioenjaren.
De man van de zus van Riny.

Het feest vond plaats in de Leemer Hoef, een restaurant in Aalst, waar ze een dertigtal jaren geleden hun bruiloft hadden gevierd.
Met zeventien mensen zaten we aan tafel.
De gemiddelde leeftijd schatte ik rond de tachtig.

Er was een dame bij, die zich gedroeg alsof het feest was belegd ter ere van haar contact met het feestvarken.
Ze kende Huub al 53 jaar.
Ja, bij zo'n leeftijd horen enkel robuuste getallen.

Omstandig deed ze verslag van de verschillende ontmoetingen met Huub in de laatste halve eeuw.
Steeds waren die ontmoetingen van bovenaardse betekenis geweest
Ze prees hem en vooral zichzelf.
Zijn kwaliteiten waren ook die van haar, alsof ze hoopte daarmee ook zo oud te worden.
Dan had ze nog ruim tien jaren te gaan.

Ze weefde door haar zinnen de nodige esoterie. 
Dat paste goed bij haar kleurrijke ruim vallende jurk.
De toespraak was op een rol papier uitgeschreven.
Soms moest ze zich naar het licht toe buigen om het goed te zien.
Van verminderde visus had zowat iedereen last.
Ook zag ik veel hoortoestellen aan het einde van de brillen hangen.

De eerste gesprekken op het terras waren daarover gegaan, over Huubs ogen en zijn slechte gehoor.
Iedereen kon daarover meepraten en ook over huid- en evenwichtsproblemen.
Niemand had het over een slecht geheugen, terwijl ik mijn buurman daarop diverse keren betrapte.

Maar goed, we zaten inmiddels binnen.
Het eten was goed, daar lag het niet aan.
Maar ik voelde wrevel. 
Ik zocht naar de bron van die emotie.

Aan de overzijde in het midden zat de jarige met rechts van hem mijn schoonzus.
Niet één keer werd ze vernoemd, terwijl iedereen zou moeten weten dat zonder haar Huub in een bejaarden annex verpleegtehuis zou zitten wegkwijnen. Met op deze dag een hoedje van papier op zijn bol en de verpleging op toeters blazend

Mijn schoonzus is de alles opofferende mantelzorger, die zich compleet wegcijfert,
Ik wilde me melden voor een toespraak, een toespraak om de jarige te vragen of dankbaarheid voor de zorg in de loop der jaren een zodanige vanzelfsprekendheid wordt, dat die over het hoofd wordt gezien. Mantelzorg die zich uiteindelijk zelf de das omdoet.

Zonder zuur en verwijt zou ik die woorden nooit kunnen uitspreken.
Het was feest, het moest vrolijk blijven.

Na afloop struikelde de zwevende vriendin  buiten op het pad over een loszittende steen.
Zelfstandig kon ze niet overeind komen.
Heeft alles een verborgen betekenis?


Geen opmerkingen: