We vertrekken.
We zijn vertrokken.
Op het moment dat ik deze blog schrijf, zitten mijn jongste broer en zijn vrouw in het vliegtuig naar Canada om zich daar te vestigen.
Ze zijn geƫmigreerd, heet dat dan.
Van stek, van vaderland gewisseld.
Elke tekst is verankerd in haar tijd.
Deze blog zou gisteren anders zijn, dan vandaag en weer anders dan morgen.
Gisteren zou ik aansluiten bij wat in het vrolijke emigratieboekje uit 2006 'Ik mis alleen de HEMA' onder het hoofdstuk 'De psychologie van het emigreren' staat: "Als je dan besloten hebt om je droom te realiseren, komt het moment dat je het aan familie en vrienden gaat vertellen. En die zullen niet altijd even blij zijn met je beslissing. Ze gaan je missen en vaak voelen ze zich in de steek gelaten."
Gisteren zou ik geschreven hebben over het al dan niet delen van de (weg naar de) droom. Over de psychologie van de jongste te zijn. Ja, het zou een beschouwing zijn, die verder niets met mij te maken leek te hebben.
Maar vandaag zal ik anders schrijven.
Vanmiddag op weg naar de supermarkt wordt het stuur van mijn auto naar hun dorp gedraaid.
Wil ik dit?
Ze staan voor het huis. Broer Maarten rijdt zojuist de caravan weg waarin ze hun laatste nachten hebben doorgebracht.
Zo luchtig mogelijk meld ik dat ik foto's kom nemen voor mijn blog.
Alsof ze me hebben opgewacht, zo gaan ze staan, vrolijk mijn snapshotcameraatje inkijkend, staande voor hun huurhuis, steun bij elkaar zoekend in deze hectische tijd. De garage even leeg als het huis. Hun oude hond Boes in de schaduw van de oprit.
"We staan op het punt om naar het graf van pappa en mamma te gaan. wil je mee?"
Ineens besef ik wie er aan mijn stuur heeft gezeten.
Onderweg praten ze alsof ze op vakantie gaan. Hoe het weer ginds is en de mensen.
Op mijn vraag of ze bij het graf in rust willen praten of mijmeren, zegt hij dat het hen altijd te doen is om het graf, hun allerlaatste huis, schoon te houden en of wij die taak voortaan op ons willen nemen.
Ik sta erbij en zie hun zorgzaamheid.
Als we nog even later bij het Kruidvat - het dorp heeft geen HEMA - de laatste boodschappen doen, wijst N. naar daar en ginds, dat dit hun laatste blik erop zal zijn.
Dan voel ik de behoefte als oudere broer de overbodige troost te spreken dat de overbruggingstijd van ginds naar hier evenveel telt als naar het tweede huis in Frankrijk van onze rijke broer. Ze lachen beiden opgelucht; ik loop wat krom en schaapachtig met hen mee. Deze rol wil ik eigenlijk niet. Zij jagen zelf hun dromen na.
Thuis gekomen weet ik even niet goed hoe ik verder moet.
Ik kijk in de spiegel en zie dat ik me nodig scheren moet.
Dan zet ik Bruce Springsteen op en door het huis galmt 'Working on a dream'.
En morgen?
Hoe zal ik morgen over mijn verre broer en zijn M. schrijven?
Ik weet het niet. Vandaag denk ik dat het dan over kosten en baten zal gaan, over dromen en realiteit, over aarden en geaardheid.
Maar misschien gaat het dan over de kansen en mogelijkheden van Canada, het meest gewilde emigratieland. Over globalisering in ons hart.
Leer ik tenslotte om vrede te hebben met hun keuze.
PS 1
Inmiddels zijn M. en N. uit Canada teruggekeerd.
Op 18 juli 2011 belandden ze, na hun namen op Google te hebben ingegeven, op deze blog.
Ik had hen gevraagd om foto's te mogen maken voor mijn blog, waarin toen werd toegestemd. (zie tekst boven)
Het adres van mijn blog moet hen bekend zijn.
Nu verzoekt mijn broer N. me via mail om de foto's te verwijderen.
Motief voor het verzoek ontbreekt in deze mail, maar het zou wel eens verwoord kunnen zijn met 'dat willen we/ wil ik gewoon niet (meer)'.
Dit verzoek stelt me voor een moreel dilemma.
Juridisch gezien lijkt het me dat tekst en foto's mij toebehoren.
Waarom zou ik hiervan afstand doen?
Ik heb geen spijt, wroeging noch schaamte over deze blog.
De tekst zou ik zeker niet verwijderen, noch daarin iets wijzigen.
Bij foto's twijfel ik. Er zijn mensen, die menen door hun afbeelding een deel van hun persoonlijkheid te verliezen, anderen menen dat afbeeldingen tekort doen aan de goddelijkheid van het wezen (islamieten).
Ik heb hier respect voor.
Ik zou natuurlijk N. alsnog naar zijn motief van het verwijderingsverzoek kunnen vragen.
Ik kies er echter voor om het dilemma op te lossen met het 'mogelijk' inhoudelijk vage motief.
Een verzoek van vriend of naaste hoeft niet altijd gemotiveerd te zijn om die in te willigen. Je begrijpt meestal onuitgesproken de reden. Bovendien staat, hoe het antwoord ook mogen luiden, de relatie op het spel.
Een verhouding schept altijd in vrijheid verplichting.
In dit geval staat het me vrij om in die overweging mijn keuze te maken: verwijderen of niet.
Ik kies voor verwijderen.
Ik kom in mijn motief voorlopig niet verder dan 'ik wil dat gewoon'.
Voor hen.
P.S 2
Voor lezers, die geconfronteerd met deze wijziging heb ik P.S.1 geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten