woensdag 1 december 2010

Typen en seizoenen.


Het is ochtend en pas 1 december.
Ik kijk de tuin in.
Ik hoor de oostenwind om het huis blazen.
Gevoelstemperatuur min tien is gewaarschuwd. 'Houd kinderen, bejaarden en zieken binnen.'

Twee dagen geleden een jubelend telefoontje van een jonge moeder: "Er komt sneeuw!"
Op de beeldbuis frekwenteert al dagen het thema De Elfstedentocht.

Je kunt de mensen verdelen op basis van hun voorkeur/afkeur van de seizoenen. Zo zijn er 12 typen te onderscheiden.
Zoals bij alle andere persoonlijkheidstypologieën bestaat er een zekere consistentie. De seizoensappreciatie/-aversie schommelt gedurende de leeftijdsfasen nauwelijks, hoewel er een lichte te verwaarlozen variatie wordt gemeten op basis van relatie en situatie.
Ik ben al jaren een lente/winter type in welke omgeving of gezelschap ik me ook bevind.
Er wordt verder onderzoek gedaan naar de waarden van appreciatie/aversie. In mijn geval waardeer ik de lente op een schaal van 0 tot 10 met een 8; mijn afkeer voor de winter geef ik een 10. Zo ben ik dus een L8/W10 type. Dit type komt overeeneen met het type 3 van de enneagram, de presteerder, met het extravert-consciëntieuse 'trekken'-typen van Binet, het Jungeaanse type van de rationeel-voelende. Freud zou mijn fixatie eerder anaal dan fallisch duiden.

Ik herinner me de eerste danslessen bij dansschool Vervuren, die samenvielen met mijn eerste lessen psychologie.
Een vast onderdeel vormde het onderdeel meisje-vraagt-jongen.
Fysiek was ik weinig aantrekkelijk, maar al gauw wierpen meisjes zich in mijn armen. omdat ik de reputatie had binnen enkele danspasjes mijn partner in een type te schatten met de daarbij behorende motivatie.
Na enkele psychologielessen had ik geleerd dat het allemaal op oudehoeren aan kwam. Bewijs werd niet gevraagd. Het was allemaal narcisme. Ik had in navolging van Frits van Egters uit De Avonden, die immer ziektebeelden bij den ander gewaarwerd, mijn eigen aandachtsmagneet ontwikkeld.

Zo constant de typologie geacht wordt, zo wisselvallig is communicatie.
Wie spreekt er vijftig jaar na dato tijdens de dans nog over het persoonlijkheidstype van de partner?
Belangstelling voor dat thema is er nauwelijks.

Toen ik vanmorgen de tuin inkijkend "Ik haat de winter" kreunde, was de reactie van mijn partner "Och, het wordt vanzelf lente."

Niet altijd is troost en waarheid verkwikkend.

Geen opmerkingen: