woensdag 2 maart 2011

Competitie in de fitness zaal

De revalidatie-arts, één van de vele vertegenwoordigers van de (para-)medische stand die mijn lichaam sinds november volgen, had me aangeraden om twee maal wekelijks aan cardio-fitness te doen.
Mij aldaar heen voegend wachtte me een schema goed voor conditie en spieren. De daartoe ter beschikking staande apparatuur werd me bondig uitgelegd. Alle machines zijn voorzien van display waarvan de gewenste en gerealiseerde prestaties afleesbaar zijn.
Komende uit een groot gezin waardoor mijn competitiedrang gemiddeld hoger ligt dan normaal stimuleren cijfers me om steeds hogere prestaties te leveren. Ik lever zo een gevecht tegen mezelf, goed voor mijn internist en cardioloog, die zich tijdens consult geïnteresseerd tonen naar mijn niveau.
Sinds enkele weken betrap ik me erop met een schuin oog naar het display van mijn buurman cq -vrouw te loeren. Op hoeveel watt hebben ze afgesteld, op hoeveel callorieën, wat is hun P.I., de prestatie indicator gerelateerd aan leeftijd en gewicht?
Bij de spierapparatuur, waar je de te duwen, trekken, tillen massa instelt, kijk ik nauwgezet naar de afstelling van de man of vrouw voor me.
Nu is er vaak een en dezelfde jongedame, laat ik haar Ariadne noemen, voor me. Heeft zij eenzelfde kwaal en dus schema als ik?
Dan moet ik tot mijn schaamte bekennen dat ze veel verder is dan ik. Neem de arm-press. Die staat wanneer zij die verlaat op 55 kilo. Ik moet deze dan terug zetten naar een schamele 30. Meer lukt me niet om 15 maal achtereen voor mijn borst dicht te vouwen. Leg-press: zij 110 kilo, ik 80 en het tillen met de onderbenen: zij 50, ik 35.
Tot gisteren.
Ik stond net iets eerder bij het arm-masjien dan anders. Ariadne was nog aan haar laatste serie bezig. En wat zag ik toen ze klaar was?
Ze nam het pinnetje uit de 10 en plaatste die in het gaatje van de 55. Toen ze zag dat ik haar betrapte zei ze spottend "Nu jij..."
Zittend verplaatste ik het pinnetje naar de 30.
De draad van Ariadne was verbroken.
Haar sportief imago gekelderd.

Tot hoever kun je gaan?

Geen opmerkingen: