woensdag 2 mei 2012
Roodborstjes
Wie slim is past zich aan.
Het roodborstje oogt als een slimmerik.
Daarom en -mee charmeert ze menigeen.
Een prachtig symbool om verlangen, verdriet of vertrouwen in te projecteren.
Het kleine vogeltje laat schuwheid aarzelend achter zich als ze gewend is geraakt aan de bedrijvigheid van de tuinier. Steeds dichter nadert ze zijn werkzaamheden. Uit ervaring weet ze dat in zijn nabijheid iets van haar gading te halen zal zijn: opgeklopte pieren, jonge zaadjes en achtergebleven vruchtjes. Als dagelijks tuinier heb ik ook mijn eigen begeleidend roodborstje, die me van steeds kleinere afstand in de gaten houdt. Het schijnt me toe dat ze mijn werkzaamheden in bewondering gadeslaat. Het is natuurlijk hoopvolle verwachting, of ik door mijn gewroet iets voor haar achterlaat.
Zo vormen we een symbiotisch paar, voedsel voor haar, aandacht voor mij.
De laatste dagen moest ik haar missen en ik weet nu wat daar de oorzaak van is.
Zij - ik ga er vanuit dat het een vrouwtje is - zorgt voor een nageslacht.
Opdat ik in vogelgezelschap kan blijven tuinieren.
Onder de varanda staat een pot met kunstbloemen.
Daar heeft ze haar nestje in gebouwd, vier eitjes gelegd en enige dagen in onze dichte nabijheid gebroed.
Twee jonkies zijn vorige week uit hun ei gekropen.
Nu vliegen ma en naar ik vermoed ook pa af en aan om de twee koters te voeden.
Als de ouders met het vergaarde voedsel het nest opvliegen klinkt er een heftig gesis van hun verheugde kroost. Niet slim natuurlijk, want ze verraden daarmee hun kwetsbare aanwezigheid voor op de loer liggende belagers.
We zien eksters aarzelend op het gazon rondhippen. Maar zij durven niet verder de varanda te benaderen. De ei- en larvenrovers zijn menswantrouwend, nog niet zover in gewenning en aanpassing aan de urbanisatie als de door hen belaagde roodborstjes.
Als wij naar buiten vliegen onder heftige tsjie-tsjie geluiden zijn die vogels snel gevlogen.
Wij wachten op de dag dat onze b&b gasten uit zullen vliegen. Ze zullen zich naar vermoed niet ver van ons vestigen, want ze weten van hun ouders dat ze van die rechtop lopende wezens niets te vrezen hebben, integendeel, de ouderen houden hen voor dat wij hen beschermen omdat ze ons zo schattig afhankelijk ogen.
Wij zetten de natuur naar onze hand.
Wij scheppen dagelijks dat het ons een lieve lust is, maar we doen het niet alleen voor onszelf.
Als goden hebben ook wij bewonderaars nodig.
De roodborstjes zijn ons bewonderend publiek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten