woensdag 16 januari 2013
Winterpeins
De sneeuw ligt sinds gisterenochtend over onze tuin.
Een scherp waarnemer, zoals Hans Aarsman, zou het direct opvallen: er zijn hier geen menselijke sporen te zien.
Dit is een tuin van oudere mensen, kinderen en kleinkinderen zijn niet op bezoek geweest.
Als dat wel het geval was geweest, dan zag je overal voetstappen, sneeuwballen her en der, een sneeuwpop wellicht of een iglo.
Kinderen willen de sneeuw in, wij ouderen blijven achter het glas en kijken naar de weerberichten.
Het nieuwe record van gisteren, meer dan 1000 kilometer file in Nederland laat ons koud, de eerste marathon op natuurijs, tja...en de euforie dat met aanhoudende koude binnenkort op natuurijs kan worden geschaatst nemen we voor kennisgeving aan.
Nu we in de winter van ons leven verkeren verlangen wij ouderen naar de lente.
De hoop, het inluiden van het nieuwe leven alom, is ons liever dan de doodse gelatenheid van het winterlandschap.
Eén pluspunt levert dit landschap op: de immense stilte. Zelfs wanneer we even naar buiten moeten voor krant of post, horen we geen geluid van de verderop liggende snelweg. Ook vanuit de lucht wordt nauwelijks geluid vernomen.
Vanachter de gordijnen zien we kinderen over de sneeuw slibberen. Wat een plezier als ze er voluit invallen. Wat onze dood had kunnen zijn, veroorzaakt bij hen rode konen. Wij benijden het aanpassingsvermogen van de jeugd, zij nemen elk jaargetijden als een geschenk.
Waarom kan ik me niet aanpassen?
Is het de angst voor de val?
Is de kou minder te dragen nu mijn vel verrimpeld is?
Binnen heb ik het zo ingericht dat ik me maanden amuseren kan: boeken, CD's, DVD's, stapels hout binnen handbereik.
Op een afstand bezien ben ik de holenbeer, die overwintert, traag zijn lente afwacht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten