donderdag 27 juni 2013

WMO

Onlangs organiseerde onze WMO Raad Valkenswaard een symposium over, juist, de WMO.
WMO staat voor Wet Maatschappelijke Ondersteuning, een taak van/voor gemeentes. Die taak is groot en omvangrijk zeker als het Rijk een aantal zorggebieden verder decentraliseert. Per 1 januari 2015 vallen belangrijke delen van de AWBZ, de volledige Jeugdzorg en de onderkant van de arbeidsmarkt onder de regie van de gemeentes. Er is veel geld mee gemoeid. Ondanks een door het Rijk doorgevoerde bezuiniging van ongeveer 25 %, worden de begrotingen van de gemeentes met zo'n 60 % verhoogd.
Er is veel zorg over het slagen van deze operatie.
De gedachten erachter zijn mooi en nobel: de verantwoordelijkheid lager leggen, dichtbij de burger, daar waar de burger direct aangesproken kan worden op zijn eigen kunnen en verantwoordelijkheid. Civil Society is het adagium dat het verouderde Solidariteit verdrijft.
Nulde en eerste lijn worden in eenzelfde casus vaak bijeen geveegd.
Niet alleen de zorgvragers, ook de zorgverleners, de professionals zullen met de veranderingen geconfronteerd worden. Veel van hun vroegere taken zullen, zo is de hoop en verwachting van de beleidsmakers worden overgenomen door vrijwilligers en mantelzorgers.

We richtten onze uitnodigingen vooral op de zorgvragers. Wij zijn immers een WMO Raad, die samengesteld is uit deskundigen en niet uit vertegenwoordigers van cliëntgroepen. Via het symposium wilden we onze achterban informeren en tegelijkertijd beter leren kennen.

De opkomst was overweldigend: ruim 70 deelnemers, waar we er maximum 50 hadden verwacht.
Het bestand was zo groot door een zekere vervuiling. Zorgaanbieders en politiek achtten zich, ten dele terecht, als vertegenwoordigers van een achterban.
Hierdoor veranderde echter het karakter van de bijeenkomst. Menigeen gaf er blijk van al heel goed te geïnformeerd te zijn, sommigen wilden hun macht verder etaleren en uitbreiden, een vorm van politiek bedrijven dus.

Het meest opvallende vond plaats op het einde.
Nadat de mondige burger zo vaak in de schijnwerpers was gezet, legden we de genodigden de vraag voor hoe we hen verder zouden informeren.
We deden de suggestie om dat via onze website te doen.
Dit werd verworpen.
Men wil gemaild worden.
De informatie moet gebracht worden, niet gehaald.

Is de burger, ondanks alles, toch liever lui dan moe?

Geen opmerkingen: