Toch wil ik er hier aandacht voor vragen.
Aardbeienjam. Het is, als ik goed tel, het 45-e jaar dat ik zelf mijn aardbeienjam maak.
Aardbeienjam uit eigen tuin.
Elk najaar zet ik nieuwe planten uit van de uitlopers van de oude planten. Onder de netten staan dus de 45-e generatie planten van de oermoederplanten die ik in 1972 kocht en uitzette in de tuin van onze toenmalige huis aan de Velddreef in Waalre.
Hier in de Gaspeltuin is het van belang om tijdig netten over de planten te trekken om te voorkomen dat de vele vogels er eerder van genieten.
Eind mei kan het oogsten beginnen.
Elke avond kruip in onder het net, een opgave die in de tunnels (eerste foto) naarmate de jaren vorderen me steeds meer moeite kost. Ik hoop altijd maar dat de buurvrouw niet plotseling de tuin inloopt als ik weer eens met een knoop achter mijn broek aan het net vastzit.
Als ik met de oogst de keuken inloop, volgt Riny me om de mooiste vruchten uit het mandje te graaien voor directe consumptie.
De eerste aardbei van van het jaar schenk ik ritueel aan een dierbare, een onversmaadbare rode vrucht, een smaakexplosie, een verleidster van jewelste, die enkel naar meer smaakt.
Tenminste een kilo per keer moet ik zien te behouden om aan de slag te gaan. Jaarlijks oogst ik zo'n 40 potten, genoeg om dagelijks mijn dag te starten met een boterham met jam, mijn eigen jam.
Vandaag is het de dag van de eerste oogst.
Ik hoop nog jaren te mogen oosten
Trump kan me de pot in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten