Daar was hij weer.
De vraag.
De vraag, die gesteld wordt als je vertelt dat je schrijft.
De vraag waarom je schrijft.
In het verleden wilde ik daar nogal eens volledig, eerlijk en open over zijn.
Ik zei dan zinnen als "Dat doe ik om greep te houden op mijn leven. Door in taal vast te leggen leg ik mijn (dagelijks) leven tevens achter me. Ik kan weer vooruit. Eigenlijk ben ik een archivaris van mijn eigen leven. Schrijven is een ordeningsproces. Al schrijvend zie ik soms onvermoede verbanden."
Meestal volgt daarop de vraag waarom ik sommige van mijn schrijfsels openbaar maak.
Met een antwoord daarop moet ik op mijn hoede zijn.
Ik kan moeilijk zeggen dat ik denk dat mijn schrijven mogelijk een ander troost biedt.
Ik ben Grunberg niet.
Toen ik enige jaren terug mijn boekje 'Een jaar in stukken', een verzameling van wekelijks opgetekende columns over mijn belevenissen als directeur van de Pabo, die ik gebundeld had, op het einde van het schooljaar aan het personeel gaf, was een docent op me afgestapt met de vraag, waarom hij dat moet lezen.
Mijn reactie betrof allereerst het woordje 'moet '.
"Het is voor en aan jou, je bent vrij ermee te doen wat je goeddunkt."
Het was een docent Nederlands, dus ging hij door met de vraag van de noodzaak van dit schrijven en van dit lezen.
Een vakgenoot reageerde: "Het is vakantie H., je hoeft niet meer zo moeilijk te doen."
Dat was nogal fors en direct geformuleerd; ik vond het wel grappig.
Maar een gevoel van onbehagen bleef hangen.
Wat is in godsnaam de noodzaak?
Wat me bevreemdt is dat zo'n vraag niet wordt gesteld bij beeldende kunst of bij muziek.
Riny krijgt als ze haar schilderijen toont nooit dergelijke reacties; mijn foto's zijn kennelijk gevrijwaard van enige noodzaak.
Voor taal gelden blijkbaar andere wetten
Daar was hij weer, de vraag waarom ik wekelijks stukjes schrijf.
Het was een goed gezelschap, vrij van pretentie en jaloezie. Dat bleek uit de ontvangst van mijn antwoord. "Ik vind schrijven leuk."
"Leuk!!"
Wat valt er meer te zeggen?
1 opmerking:
Wie schrijft, die blijft. Wat uw motief ook is, mij heeft u geholpen met de columns over uw schoondochter Femke. Door u heb ik kennisgemaakt met the Appartments, met het aangrijpende gedicht van Jochum Meijer en De remedie van Epicurus staat in de bestelling.
Hartelijk dank, ik put hier kracht uit.
Een reactie posten