donderdag 30 augustus 2018

Het einde van een supervisor

Jaren geleden volgde ik in Amsterdam een opleiding Superviseren van supervisoren.
Echt waar zo heette die opleiding.
Bij de start was ik heel benieuwd naar de docenten. Hoe zijn de supervisoren van de supervisoren van supervisoren?
Maar de cursusleiding maakte ons duidelijk dat we zelf vorm en inhoud aan de opleiding moesten geven.
Ieder moest een thema verzorgen.

Amsterdam 1985, dus werd direct feministisch superviseren, witte vooroordelen en het onderkennen van onderdrukkingsmechanismen op het ideeënbord geschreven.
Ik stelde voor om het thema doelstellingen uit te werken. Bij de gevraagde toelichting zei ik dat thema vanuit mijn  onderwijskundige achtergrond koos. Hoe formuleer je heldere, concrete en vooral meetbare doelen bij de supervisie. Ik vond de literatuur over supervisie nogal vaag. Vandaar.

Ik was op slag de meest impopulaire deelnemer.
Iemand zei nogal neerbuigend weinig behoefte te hebben in onderwijskundige infiltratie.
Een donker getinte vrouw vond mijn toelichting een vorm van rechts en wit mannelijk denken.
Een derde meldde zich bij voorbaat afwezig bij mijn presentatie.

De cursusleiding stelde voor dat ik de week erop mogelijk een thema zou kunnen voorstellen dat meer bij deze zelfsturende leergroep past.
Ik zwichtte.
Jawel.
En ontvouwde een week later mijn idee om de balans tussen afstand en betrokkenheid in de hulpverlening in het bijzonder bij supervisie te verkennen.

Het dagdeel met veel casuïstiek en rollenspel dat ik verzorgde viel in de smaak. De opbrengst was nogal beschouwend van aard. Met conclusies als niet teveel, maar ook niet te weinig betrokkenheid op de cliënt, moesten we maar aan het slag.
Maximale betrokkenheid houdt in dat je je volledig identificeert en samenvalt met de cliënt, waardoor overdracht of spiegelen onmogelijk is.
Reflectie wordt zelfreflectie, van toevoeging is geen sprake.
Ik vond het allemaal geneuzel. Toen.

Afgelopen dagen intens en intensief gesproken in de familie.
Gewend om iets te bieden, voel ik me met lege handen staan.
Hoe kan ik afstand nemen?
Ik ben geen super meer, mij ontbreekt een visie.

Geen opmerkingen: