Je komt binnen een tijdsbestek van een week iets - een persoon, gebeurtenis, anekdote - drie keer tegen, dan verhoogt je opmerkzaamheid en vraag je je af of dit toeval is of niet.
In dit geval betrof het een tekst over eenzelfde onderwerp in drie verschillende bronnen, niet direct een nieuwsitem betreffend.
Dus geen corona-virus, de PSV depressie, Brexit of over het voor deze tijd van het jaar zo warme weer.
Nee.
Het gaat over nostalgie.
Hierover las ik in het maandblad Vrij Nederland, vervolgens in de NRC van afgelopen zaterdag en in Geert Maks Grote Verwachtingen in Europa 1999-2019.
Om met de laatste bron te beginnen. Op pagina 511 - we naderen het einde van deze terugblik op de laatste 20 jaren Europa in de 'Epiloog' - vinden we een benadering van nostalgie.
"Nostalgie is een serieuze zaak, het is een vorm van heimwee, niet in de ruimte maar in de tijd, een fundamenteel gevoel van ontheemdheid."
Eerder heeft Mak in misschien wel in het beste hoofdstuk 'Intermezzo' tekst aan deze ontheemdheid geweid (Pag. 349) waar hij het in navolging van de Franse filosoof Michel de Corteau heeft over Plaats en Ruimte.
Waar Europa staat voor Ruimte, is het Dorp de Plaats, een overzichtelijkheid, een thuis, lieu, home. Het dorp {Jorwerd bijv.} lijkt te verdwijnen in de mondialisering en europeanisering.
Verlangen naar het dorp is een terugverlangen van wat verdwenen is.
In Vrij Nederland 1/2020 reageert Carel Peeters op de Terlouwlezing van Beatrice de Graaf 'Een veilig tehuis, Identiteit en 'Heimat'in tijden van terreur.
Vooral over het begrip Heimat - in de titel - al tussen haakjes gezet - valt Carel Peeters. Het is niet alleen terugverlangen naar iets wat achter ons ligt, het is vooral een beladen begrip, beladen mat het Nationaal Socialisme.
Nostalgie heeft dan niet enkel een conservatieve lading, maar ook nog een die extreem rechts is ingekleurd.
Maar het verlangen is er, het verlangen naar onderling vertrouwen door Terlouw in de metafoor van het touwtje in de brievenbus geplaatst. Het verlangen naar het tuinpad van mijn vader.
Het dan is er de reactie van Tommie Wierenga in de schitterende column 'Het beest uithangen', waar hij de volle aanval op Thierry Baudet inzet, die een week geleden een in memoriam had geschreven bij het overlijden van de Britse filosoof Roger Scruton.
Zoals het hoort in een schitterende column belemmert de taal, stijl en opbouw een samenvatting.
Laat ik het houden op een letterlijk citaat:
"Baudets eigen verloren huis ziet er misschien niet uit als een boerderij in de heuvels van Wilshire (waar Struton zich terugtrok CC), maar - gezien zijn filippica's tegen moderne architectuur in het algemeen en Rem Koolhaas in het bijzonder - als Batavia Stad in de vlakte van de Flevopolder, een 17de-eeuws fopstadje verdedigd met een fopkanon. Zo ziet het eruit als je een lijk tot leven streelt."
De wereld verandert.
De vraag is of we de snelheid kunnen bijbenen.
Zo niet, dan rest afhaken en je laten terugvallen.
Met welke emotie gaat die terugval gepaard?
Als iets waaraan de ander schuld aanheeft of een bewuste keuze.
In dat laatste geval wordt een alternatief geconstrueerd voor de moderniteit.
Misschien ligt die niet in de natiestaat noch in het dorp, maar in de stad.
Daarmee zijn we aan het einde van Maks beschouwing gekomen, met de woorden van zijn vriend en counterpart György Konrad, over de toekomst van Europa:
"We zullen samenblijven - ja, tenzij externe krachten dat verstoren. De grote steden, daar zal het gebeuren. Ik ben geen nationalist. Ik ben een urbanist. Urbanisme, dat is de basis voor het 21ste-eeuwse Europa."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten