De eerste week van de voorjaarsvakantie beloofde guur, koud weer.
Toch weerhield het Thomas en de kinderen niet om met hun Eribaatje aan zee te kamperen.
Voor David geen vakantie. Als osteopaat was hij nog steeds bezig om de verloren coronaweken in te halen. Ook Karlijn moest thuiswerken.
Hun kinderen hadden gebeld.
Of ze langs konden komen.
Rond twaalven zouden ze in Waalre op de fiets stappen.
Riny spoedde zich naar de Jumbo, wetend dat er drie eetlustige (pre-) pubers de keuken in zouden schuifelen.
Ik kan me van bezoek aan mijn opa en oma weinig herinneren. De ouders van mijn moeder uit Zuid Limburg waren toen ik op de lagere school zat beiden overleden, de andere grootouders woonden in Stramproy. In mijn vaders Renault 4 paste maar een klein deel van de ruime kinderschare, dus vond er op de zondagen een selectie plaats. De achtergelaten kinderen werden aan de zorgen van de inwonende au pair toevertrouwd
De inderhaast ingeslagen hoeveelheid worstenbroodjes, fruit en vleeswaren verdween in een mum van tijd van tafel.
Ze gaven te kennen zich de verdere middag binnenshuis te amuseren.
Voor vermaak hadden ze hun eigen middelen meegenomen. Hun telefoons.
Op de piepklein touchscreen schermpjes verschenen spelletjes.
Of ik ook mee wilde doen.
Hoe ik - fanatiek als ik met spelletjes ben - ook probeerde, mijn vingers zijn hiervoor niet gemaakt. Niet één spel kon ik van de steeds harder giechelende meiden winnen.
Ook Riny die door Thijn werd uitgedaagd zei er geen brood van te kunnen bakken.
"Wat zal ik schilderen opa?:
Een eenvoudige vraag, die ik eigenlijk nooit beantwoord.
Riny zou haar helpen met het opzetten.
We waren even niet enkel verliezers van de huidige ludens tech-tijd.
Om vier uur stapten ze lachend en wuivend op hun grote mensenfietsen.
"Bedankt voor het eten en het spelen"
Op de ezel staat de herinnering aan een vrolijk begin van een koude lente.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten