George Sand (1804 - 1876) verbleef van 11 november 1838 tot 13 februari 1839 met haar twee kinderen Maurice (14) en Solange (9), dienstmeisje Amélie en Frédèrique Chopin op Majorca.
Zij doet verslag over dit verblijf in 'Een winter op Majorca', dat in 1989 bij de uitgeverij De Arbeiderspers verscheen, vertaald en geannoteerd door Frans Otten.
Dit boek zou ik lezen om een antwoord te vinden over haar muze - zijn.
Het boek bestaat uit drie delen.
1. De schoonheid van het eiland.
2. De beschrijving van de hoofdstad Palma.
3. Valdemosa, een plaatsje aan de westkust van het eiland, waar het gezelschap vanaf 15 december verbleef in het voormalige verblijf van de abt van het Karthuizerklooster. (Er gold een wet, dat indien het aantal kloosterlingen beneden het aantal van 13 zou dalen, de monniken moesten vertrekken en kon de staat de kamers en de cellen verhuren.)
Het reisverslag is heden ten dagen nog prima te lezen.
Sand toont zich een kritisch en humoristische schrijver.
Zo lyrisch als ze over het eiland schrijft, zo vernietigend is haar oordeel over haar bewoners.
De Joden aldaar, aldus de auteur, persen de landadel uit, maar erger nog zijn de boeren met hun angsten en achterdocht naar de vreemdeling. George Sand noemt hen apen.
De grappige maar beledigende teksten bezorgen haar een felle filippica van de journalist Quadrado in het literaire tijdschrift La Palma, die ook in bovenstaand boek is opgenomen.
Wat ik hoopte te vinden, vond ik niet.
Inspireerde Sand Chopin?
Chopin komt slechts enkele malen ter sprake en dan in termen van een zieke.
Het gezelschap is beperkt in hun bewegingen "Daar wij een uitgeputte zieke in ons midden hadden."(blz. 120)
Chopin zou op Majorca moeten helen van de breuk met zijn Poolse geliefde Maria Wodzinska, maar loopt er een ernstige longaandoening op.
Hij zal uiteindelijk tien jaar later in 1848 sterven aan tering.
Eigenlijk had ik het kunnen weten.
In 2003 verbleven we met onze zonen en hun vriendinnen, Femke en Karlijn een week in Calle de Vincente, een plaatsje aan de de noordkant van het eiland.
Thomas, David en ik maakten een dag-tour door de grillige bergachtige westzijde met plaatsjes als Lluc, Soler, Deia en Valdemosa.
In dat laatste plaatsje hadden we het klooster van Sand en Chopin bezocht.
Dat had me echter er niet van weerhouden om in Sand een muze te zien. Integendeel. Een platonische liefde lijkt me een betere bodem tot het scheppen van kunst dan een hartstochtelijke verliefdheid, die meestal gepaard gaat met lichte lichaamstemperatuur, blind - en dolheid.
' Een winter op Majorca' bracht me op een geheel andere gedachte.
Het eiland fungeerde als een muze voor Sand, zoals Majorca ook als muze diende voor Robert Gravess, die een groot deel van zijn leven in Deia woonde.
Ook zijn kinderen schreven over het eiland: Lucia Graves 'Een niet bij name bekende vrouw. Herinneringen aan een Spaanse jeugd'en Thomás Graves 'Brood en olie. Het laatste bolwerk van de Majorcaanse cultuur.'
George Sand, geboren Aurore Dupin, in 1822 getrouwd met de 9 jaar oudere Casimir Dudevant, erft het landgoed Nohant, kende vele mannen en minnaars.
Van de minnaars is Alfred de Musset de bekendste. Zie Privé Domein nr.80
Van de mannen is Gustav Flaubert het meest bekend, met wie Sand van 1866 tot 1876 correspondeert, zich de Oude Troubadours noemend.
Maar de eerste muze van Flaubert was Louise Colet.
In hun relatie wil ik me de komende week verdiepen via het brievenboek van Gustav Flaubert 'De kluizenaar en zijn muze. Brieven aan Louise Colet,
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten