woensdag 5 januari 2011

Mijn boeken 2010

Ik evalueer mijn doelen van 2010.
Jaja, ik stel jaarlijks doelen, behoor niet tot het modieuze zelfvoldane legioen, dat zegt geen doelen noch voornemens - behoudens het 'geen voornemens' - te hebben.

Bovenaan op mijn jaarlijks doelenlijstje staat het aantal boeken dat ik zal gaan lezen. Dat zijn er al jaren 100 in getal.
Afgelopen jaren telde ik voor het eerst daar stripboeken bij, vier strips voor één nummer. Hierbij moet worden aangetekend dat het altijd om geselecteerde, dus in mijn ogen om de betere strip gaat. Dat geldt eigenlijk voor alle boeken die ik lees. Het zijn de boeken die ik wil lezen omdat ze me op een of andere manier geadviseerd zijn.
Van elk gelezen boek maak ik in mijn boeken-boekje een korte weergave van mijn waardering, resulterend in een punt op een tien puntsschaal.
Ik evalueer mijn boekenlijstje van 2010, onderscheid hierbij verschillende rubrieken: de beste romans, beste nederlandse romans, beste non/fictie, beste detectives, beste strips, slechtste boeken en als laatste een nieuwe rubriek, de meest verontrustende boeken, boeken, niet eerder genoemd, maar die me op een of andere manier bezig houden. Die laatste rubriek kan worden gezien als een correctie of kritiek op de voorgaande indeling.

Beste romans:Ron Rash, Serena; Aifric Cambell, De logica van het moorden; Philip Roth, Nemesis. (Deze romans zijn alle met een 9 gewaardeerd, een cijfer dat geen enkele nederlandse roman verwierf) Eén van deze zou uit deze top 3 afgevallen zijn als ik Jonathan Frantzen, Vrijheid vóór 1-1 had uitgelezen.
Beste Nederlandse romans: Bernard Dewulff, Kleine dagen (Koos Posthuma in de Plus vindt deze Librisprijs winnaar overgewaardeerd, hij noemt Franka Treur, Dorsvloer vol confetti een veel beter werk. Hoewel we beiden als onderwijzer zijn opgeleid ben ik het niet met hem eens. We hebben in Siebelink en 't Hart al meer dan voldoende gereformeerd geheugen)
Vervolgens kies ik Annejet van der Zijl, Sonny Boy (een boek uit 2004, nooit eerder gelezen, waarom? Tussen fictie en non-fictie - factie -, een ontroerende geschiedenis tegen het décor van kolonialisme/racisme en de tweede W.O.) en Tommy Wieringa, Caesarion. (controversieel boek, zowel verguisd als edel kitsch - Ari Storm, Parool als gelauwerd)
Non-fictie.
Afgelopen jaar Sebastian Haffner ontdekt. Het is moeilijk kiezen uit zijn journalistiek-historische oeuvre. Uiteindelijk kies ik voor De Duitse revolutie 1918-1919, de nasleep van de 1-e wereldoorlog. Dit werk boeide me het meest. Hierbij speelt zeker mee dat zijn invalshoek, de bedenkelijke rol van de sociaal-democraten m.n. van Ebert nieuw voor me was.
Ook moet in deze rubriek Live van Keith Richards worden genoemd. Deze vermakelijke autobiografie maakte me duidelijk dat van alle kunstvormen de muziek verreweg de beste doorkijk in de hedendaagse geschiedenis geeft.
Detectives.
Henning Mankell, De gekwelde man en Philip Kerr, Als de doden niet herrijzen. Deze selectie kwam tot stand uit een aanzienlijk aantal gelezen detectives voornamelijk voorgeselecteerd door de 31ste Detective & Thrillergids van Vrij Nederland.
Strips.
De vier delen van Reve's De Avonden, getekend door Dick Matena. Ik (her-)ontdekte Tardi en kies - met moeite - uit zijn diverse albums De grote slachting 1914-1918. Twee filosofie strips wil ik hier niet onvermeld laten: Logicomix van Doxiadis e.a. en Het prachtig getekende Nietzsche van Onfray/LeRoy.
Het slechtste boek
Een bijzondere rubriek. Ik hoef geen slecht boek te lezen, ik ben geen recensent. Als me een boek wordt aangeraden dat me na enkele bladzijden niet bevalt, dan kieper ik het weg. De twee hier genoemde boeken las ik echter geheel uit omdat ik diegenen, die ze me aanraadden had beloofd mijn mening te geven. Waardeloos vond ik Indridason, Het Koningsboek (terwijl hij ook het mooie Onderstroom schreef!), een Ijslandse bijdrage op de stroom van de occulte zoek crimi's. Nog waardelozer was Simone van der Vlugts Schaduwzuster. Een 4! Het was een vrouw die me dit adviseerde, nadat ik lyrisch tekeer was gegaan over de beste Wallander, De gekwelde man. Mijn zwakke man tegen haar sterke vrouw.
Meest verontrustend.
Tja...Waarom blijft een boek hangen? Waarom raakt Houllebecq me, waarom verontrust Grunberg me soms, zoals het wereldbeeld dat spreekt uit De asielzoeker. (Huid en haar vond ik 'slechts' vermakelijk. Hier speelt zeker het moment van lezen mee, mijn ontvankelijkheid!)
Twee boeken dit jaar: Elvis Peeters, Wij. Is dit (ook) onze jeugd?
En tenslotte een zwak boek van een goed schrijver: Wachtwoord van Charles den Tex. Glijdt hij zoals zovele succesauteurs na zijn magistrale De macht van mijnheer Miller en het mindere Cel af naar ongeloofwaardig broddelwerk? Is dat de prijs van succes? ('Succes is een vijand!' Grunberg in de oudejaarsVolkskrant over de grote drie, Hermans/Reve/Mulisch, die nu alle definitief niet meer zullen schrijven)
Verontrustend!!

Geen opmerkingen: