woensdag 31 augustus 2011

Stram struinen op de stripbeurs




Op het einde van de zomer loopt mijn agenda vol met jaarlijks weerkerende evenementen.
Het laatste weekend van augustus betekent steevast achtereenvolgens:

1. Op bezoek bij een jarige Zoë, die dit jaar maar liefs vier jaar werd en zich (met haar ouders) opmaakt voor de grote stap naar de basisschool.
Je bent inmiddels gepokt en gemazeld in kinderfeestjes: bij binnenkomst direkt het kado overhandigen en vervolgens een stoel bemachtigen en kijken naar het in drukte en spanning ronddobberende grut waaromheen ouders met zakdoeken in de weer zijn om opkomende snotbellen en tranen weg te vegen. Ouders van de jarige job die zich het schompes hebben gewerkt aan het bereiden van taart en hapjes lopen als oververhitte kelners rond.
Ik herinner me hoe ik als jonge vader na zo'n kinderfeestje was uitgewoond en probeer derhalve David en Karlijn te benaderen met een vreemde mix van felicitatie en troost.

2. Het jaarlijkse uitje met de Riny's tuinclub - 'Klavertje Vier' geheten - waarvoor ook 'de mannen' worden uitgenodigd.
Op het programma stond een bezoek aan de buxustuin 'Rozannie's Hof' (wat een tuttige namen verzinnen tuinliefhebbers toch) in Mariaheide, na de lunch gevolgd door een lezing van een pastor over de kerk in Son. (Wat dat laatste met een tuinclub van doen had ontging me. Maar we konden de lezing ontlopen door verwijzing naar het onder 1 vernoemde verjaardagsfeest en hoefde derhalve de kritische vraag niet te stellen.)
Rozannie vertelde in haar hofje dat ze ooit naailerares was geweest, hetgeen zichtbaar was in het knipwerk in haar tuin.

3. Het Brabants Stripspektakel alhier ter dorpe.
Hierover schreef ik eerder op mijn blog van 27 augustus 2007. Hoe ik op zo'n beurs als oudere strammig rondstruin tussen kwieke, vooral mannelijke bezoekers van Belgische afkomst. Ik gedraag me zoals eenieder: hebberig. Het verschil met jongeren is de omvang van nostalgisch verlangen naar waarvan ik vroeger zo genoten heb maar wat onderweg in materieel opzicht verloren is geraakt. De prijzen voor de eerste hardcover drukken van Kuifje en Kwik en Flupke zijn zo ongewild opgedreven tot onbetaalbaar exorbitante hoogten. De keerzijde hiervan is dat ik me een enkele keer rijk voel als ik vaststel dat een handelaar voor een eerste druk van Hergé's De guitenstreken van Kwik en Flupke 3-de reeks 250 euro vraagt, eenzelfde album, evenwel intensiever belezen, dat ik van mijn ouders kreeg op mijn 6 de verjaardag 5 juni 1952.

Bestaat zo'n laatste weekend van augustus enkel uit herhaling van het jaar ervoor?
'Neen geenszins, mijn waarde kapitein Haddock!'
Zo prikkelde het jl. bezoek aan de stripbeurs me om mijn verzameling Tardi te completeren. Tardi, geboren 30 augustus 1946, slechts enkele maanden jonger dan ik, wordt samen met Moebius als grootste vernieuwer van het beeldverhaal beschouwd. Zijn 'Loopgravenoorlog' wordt in een enquête onder stripfanaten als beste album ooit genoemd. Zijn verhalen spelen zich vaak af rond de eerste W.O. Het scenario ontleent hij vaak van schrijvers zoals Céline, Malet, Vautrin, Forest en Daeninckx. In tegenstelling tot vele andere striptekenaars (en films) voegt zijn verstripping een nieuwe dimensie toe aan het verhaal. Met zijn boeken mag de stripkunst zich terecht een negende muze noemen.

Toch ben ik op zo'n beurs als oudere jongere bevangen met enige schroom.
Bij mijn vraag naar alle uitgaven van de gelegenheidsuitgaven van Suske en Wiske en De Vliegende Klomp met het oude Kerkje van Valkenswaard op de omslag, vermeldde ik onnodig dat ik die voor mijn zoon zocht.

Thomas had ze waarschijnlijk voor Luca gevraagd.

Geen opmerkingen: