Wat er gezegd werd na de moord op Charlie Hebdo.
Dat angst niet mag leiden tot zelfcensuur (Rutte)
Dat als het je hier in het Westen niet bevalt met de vrijheid van meningsuiting, dan rot je maar op (Aboutaleb)
Dat angst ons niet uiteen mag drijven (van der Laan)
Ook niet-leiders, zoals de journaliste, moslima en tafeldame van DWDD Fidan Ekiz, lieten zich niet onbetuigd en spraken.
Dat zij (de Moslims) de daad moeten veroordelen, die uit naam van hun godsdienst werd gepleegd.
Goden daarentegen hielden hun mond.
Het was Charlie Hebdo zelf die de profeet het woord gaf.
Dat het vergeven was.
En van de dode terroristen werd niets meer vernomen.
Ze hadden niets gezegd, niet...
Dat er helemaal geen maagden hen hadden opgewacht.
Dat er niets was noch voor hen noch voor de slachtoffers.
Dat hun geloof hen vals houvast had gegeven bij de angst, de angst...
Dat het leven alles is en daarbuiten een allesomvattend niets.
Dat de opium hun geest verder had vertroebeld
Dat hun vals verworven identiteit van Strijder, die het genadewoord niet hoort, de menselijkheid had bezoedeld.
Wij zijn zolang we leven nabestaanden, die lering trekken, die uiting geven aan hun woede, hun verdriet en hun angst.
Die Gedanken sind frei.
Na De Daad is er ook De Discussie: Zijn we absoluut vrij om aan alle vrije gedachten uiting te geven?
Voordat de uiting wordt vrijgegeven is er veel geschaafd, bijgesteld, hertekend en herschreven om vorm en inhoud maximaal te doen klinken. Deze zelfcensuur is ingegeven door eigen, voornamelijk esthetische waarden.
Bij het drukken op de Send-knop de finale vraag. Is het waardevol om het de deur uit te doen?
De gedachte of de angst of er iemand mee gekwetst wordt kan nooit een reden zijn om het niet te uiten als jij het van waarde vindt.
De waarde gaat boven de terughoudendheid.
Maar ik denk en ben dus verantwoordelijk.
Als ik ervoor kies te schrijven "Cor Creemers is een ongelooflijk geborneerde, bekrompen, verwaande agnost en heeft bovendien een grote neus", ben ik verantwoordelijk voor die uitspraak.
Ik denk over de waarde van het publiceren van de zin hierboven na.
Ik word beschreven, beledigd, ben object van hoon en spot. Gedachten en emoties borrelen op.
Zoals. Zoals: De schrijver kent me niet, mag me niet, wil me beledigen, ergens heeft hij een beetje gelijk, maar moet dat openbaar worden gemaakt, wat is hij zelf wel niet etc. etc.
Ik zal... wellicht een repliek, met hetzelfde wapen, het woord?
Maar nooit, nooit zal ik hem iets aandoen.
C.C. elimineren omdat hij iets uitte, wat mij niet beviel?
Nee, dat doe ik mezelf niet aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten