Had ik mijn fototoestel maar meegenomen...
Onderstaand relaas had ik kracht kunnen bijzetten.
Wat de gevolgen zijn voor reizigers, die worden geconfronteerd met problemen op het spoor..
Vrijdag j.l. met een verklaring van het gouvernement van de provincie Limburg op zak, waarin zij verklaart dat er geen belemmeringen zijn om dossier 04.11 474 te raadplegen voor het onderzoek naar mijn familiegeschiedenis. (Zie mijn eerdere blog 'Familiegeschiedenis' van twee weken geleden.)
Het resultaat - waarvan ik verslag doe op mijn blogadres creemersgeschiedenis.blogspot.nl - is bevredigend.
Ik vond niet alles wat ik hoopte aan te treffen, maar het was meer dan voldoende om de bewijsbare conclusie te kunnen trekken, dat mijn opa als burgemeester in de oorlog, zich heeft bewogen in het smalle gebied dat ligt tussen de uitersten van het heulen met de vijand en de verzetsheld uit te hangen. Het laatste zou hem zijn ambt tijdens de oorlog en het eerste dat ná de bevrijding hebben gekost.
De weliswaar niet volledige documentatie over diens zuivering geven een beeld weer van roddel achterklap na de bevrijding én van een grote steun en vertrouwen die opa genoot van de weer in zijn functie herstelde gouverneur van Sonsbeek.
Maar dit terzijde.
Met een redelijk tevreden gevoel aanvaardde ik de terugreis met de trein uit Maastricht naar Eindhoven. Het was rond 14 30 uur, de trein zat bomvol met studenten bepakt met weekendtassen en rolkoffers, naar ik aannam vol wasgoed.
Even daarvoor waren we op het station ingelicht over een ongeluk bij Geldrop, waardoor de trein niet verder zou rijden dan Weert. Reizigers naar Nijmegen en Utrecht werden geadviseerd in Roermond uit te stappen en via Venlo verder te reizen.
In de trein kondigde de conducteur aan dat vanaf Weert bussen zouden worden ingezet naar Eindhoven. Het gevolg was, dat nauwelijks iemand in Roermond uitstapte.
In Weert aangekomen drong de massa zich over het perron door het kleine stationsgebouw naar het stationsplein, waar twee bussen klaar stonden. Dankzij mijn gunstige positie in de voorste wagon, mijn lege handen en enige ervaring in het verre verleden met cross country lopen arriveerde ik met de eersten de bussen. Mijn redelijk gunstige positie werd evenwel geblokkeerd door een Popeye arm van een uit het groepje Belgische jongemannen met de woorden 'wel opa gij moet op oewen beurt wachten'.
De deur ging voor mijn neus dicht.
Even later ging die weer open om ieder die in het gangpad positie hadden genomen eruit te zetten. Incluis de Belgische binken.
Daar stonden we met zo'n paar honderd man de bussen na te staren, die op weg waren naar het beloofde land.
Een ielig mannetje gehuld in een fel gele jas met het logo NS beloofde nieuwe bussen.
Maar wat verscheen waren tientallen taxi's, snorders die blijkbaar hun familie in Anatolië e.o van wat extra's wilden voorzien met het uitbuiten van deze mini-ramp. Een studente, met wie ik contact had gemaakt wilde ingaan op een van de aanbiedingen, aarzelde toen ik opmerkte dat het een sterke overeenkomst vertoonde met mensensmokkelaars, die ook de ellende uitbuitte.
Ik had blijkbaar voldoende tijd en rust om me principieel te tonen.
De taxi's stonden de derde bus zodanig in de weg, dat die vooraan het plein stopte en de laatst gearriveerden liet instappen.
Het ielig mannetje hield zich Oost-Indisch doof voor onze protesten, noch ondernam hij op ons verzoek stappen richting de Turkse medemens.
Een I phone studente meldde dat de eerste bus een ongeluk had gehad en de weg naar Eindhoven blokkeerde. Er ontstond commotie. Nu zou er geen bus meer komen. En de trein zou pas om half zes kunnen rijden en iedereen kwam in de problemen.
De snorders riepen luid hun aanbiedingen.
Vanuit de overzijde van het plein werden we gefotografeerd.
Een volgende trein uit Maastricht spuwde mensen het plein op.
Plotseling riep een stem: "De trein vertrekt."
Alsof een startschot had geklonken spurtte de massa het station in.
Mijn voor de bus gunstige positie veranderde in een ongustige voor de trein.
Maar niet gehinderd door bagage wist ik voldoende studenten en nog oudere mensen te passeren dat ik me als een van de laatste de tjokvolle trein in kon wurmen.
Ik verklaar hierbij plechtig dat ik niemand omver heb gelopen.
In de buurt van Geldrop bood een studente me haar zitplaats aan.
Ik weigerde.
Van een principe was geen sprake.